Oproep vanuit Amsterdam

Het Europese samenwerkingsverband van Windenergie (WindEurope) heeft op haar conferentie aan het einde van dit jaar de Europese beleidsmakers opgeroepen bestaande obstakels weg te nemen die nu verdere ontwikkeling van windparken in de weg staan. Tegelijkertijd waarschuwde ze voor oneigenlijke concurrentie vanuit Azië.

Een belangrijk obstakel voor verdere ontwikkeling van windenergie in Europa vormt de bestaande ongelijkheid in de toegankelijkheid voor marktpartijen op de diverse Europese markten voor windenergie. Hernieuwbare energie wordt nog steeds onvoldoende toegelaten op belangrijke deelmarkten in Europese landen om bij te dragen aan stabiliteit van het energie-net. Het fingerende Clean Energy Package schiet op dit punt tekort zo viel te beluisteren op de conferentie in Amsterdam. Regionale Energie Fora, zoals die nu fungeren, kunnen mogelijk tot oplossingen leiden, alhoewel er voor gewaakt moet worden dat de nationale verantwoordelijkheid om tot hervormingen over te gaan hiermee niet moet worden afgeschoven op deze initiatieven zo stelt Giles Dickson, CEO van WindEurope.

       Giles Dickson: “Investeringen in het Europese elektriciteitsnet zijn een essentieel antwoord op de ontwikkelingen dat hernieuwbare energiebronnen de hoofdstroom gaan vormen van het energie-aanbod. Technologische vernieuwingen zullen cruciaal zijn voor het integreren van systemen. Ook de groeiende inzet van flexibele turbines dragen bij aan het verder stabiliseren van het net.”

Een andere barrière die genoemd is op de conferentie vormt de te zware regulering in landen zoals Frankrijk en Duitsland waardoor de ontwikkeling van windenergie onnodig gehinderd wordt. Aan de ene kant is het nodig dat er prijsconcurrentie mogelijk wordt zodat de goedkoopste windenergie kans krijgt. Aan de andere kant moet uiteraard gewaakt worden voor surplus op bepaalde momenten en markten. Op dit moment geeft WindEurope aan dat de nu geldende Power Purchase Agreements (PPA’s) tussen producenten van hernieuwbare energie en industriële gebruikers door bestaande reguleringen te veel gehinderd worden in een aantal grote Europese landen.

De Europese windenergiesector draagt voor 36 miljard euro bij aan het Europese Bruto Nationaal Product. Daar zijn 263.000 banen mee gemoeid. De export bedraagt 8 miljard euro. Deze cijfers werden op de conferentie gepresenteerd in de vorm van het  rapport ‘Local Impact, Global Leadership’  opgesteld door Deloitte in opdracht van WindEurope.

The report also outlines what the wind industry saves Europe in terms of reduced fossil fuel imports (€ 32 miljard from 2011-2016) and CO2 emissions (166 million tons of CO2 in 2016) and what it contributes to government tax revenues (€ 4.9 miljard in 2016).

In het rapport valt te lezen dat er naast de 263.000 directe banen nog 65.000 banen indirect samenhangen met de windsector, zoals in de metaal, constructie en engineering. Omdat windparken veelal lokaal zijn gesitueerd dragen ze ook bij aan de lokale economieën, ook in gebieden waar er anders weinig hoogwaardige werkgelegenheid is. Maar WindEurope waarschuwt voor het afvlakken van de groei van windenergie zoals zich nu voordoet in afgelopen vijf jaar. Door internationale oneigenlijke concurrentie en door onvoldoende beleidsmatige aandacht dreigt het succes te stagneren. Er wordt daarom gepleit voor bestendig beleid om de windsector vertrouwen te bieden die een duurzame Europese ontwikkeling kan schragen.

         Giles Dickson: “Wind is a smart choice for the economy. It’s a European industrial success story. But it’s at risk. Clear and ambitious targets and policies are essential to sustain the jobs and growth our industry supports. We need an EU renewables target of at least 35 procent by 2030. We need clarity on post-2020 volumes so the supply chain knows what to invest and where. We need R&D and industrial policies that help Europe maintain its technology lead and continue to export. If all this happens, wind could meet 30 procent of Europe’s power needs in 2030 and we’d generate more jobs and growth for the economy. But if it doesn’t, Europe will miss out on € 92 miljard of investments and 132,000 jobs: that’s the cost of non-ambition.”

Op de conferentie werd ook stil gestaan bij het perspectief dat windenergie subsidie-vrij geproduceerd kan gaan worden. Maar daarbij viel de waarschuwing te horen dat dit niet betekent dat de beleidsmakers wind dan maar beleids-vrij moeten verklaren. De politiek zal het kader en het perspectief moeten bieden waarlangs de Europese windenergiesector zich zal moeten ontwikkelen. Daarop kunnen investeringen door de sector en de aanpassingen aan het elektriciteitsnetwerken zich richten.

Bron

key-figure-1