EU bereid beleid voor om deze subsidies af te bouwen

Eind maart 2017 verscheen een rapport, gemaakt in opdracht van het Europese Parlement, over subsidiëring van fossiele brandstoffen. Jaarlijks gaat er in de EU-landen meer dan 30 miljard aan allerlei vormen van subsidiëring naar de fossiele sector. Ook in Nederland. Daarbovenop komt nog eens drie maal zoveel aan uitgaven voor overheden als gevolg van de negatieve effecten van het gebruik van fossiele brandstoffen, zoals luchtvervuiling, verkeersproblematiek en klimaateffecten.

Het Europese Parlement heeft in mei 2013 al het volgende naar buiten gebracht: “Recognises that subsidies for all energy sources, including fossil fuels and nuclear energy, may have significant repercussions on energy prices; notes that some renewable energy sources, such as onshore wind and solar photovoltaics, are close to being cost- competitive with conventional energy sources, and considers that the associated support schemes should therefore be adapted, and subsidies phased out over time, so that the funding can be reallocated to research and development programmes on energy technologies such as next-generation renewable energy sources and storage technologies.”

Het EU-parlement meent daarom dat subsidies op fossiele brandstoffen dan ook moeten worden afgebouwd. In een uitspraak het Parlement van begin 2014 wordt dat nog eens onderstreept:

         “… calls upon the Member States to phase out such subsidies, and in particular environmentally harmful direct and indirect subsidies on fossil fuels, as soon as possible.”

Inmiddels neemt de EU (Europese Raad) stappen om de subsidiëring daadwerkelijk tegen te gaan. Daarbij wordt in eerste instantie gekeken naar de kolen- en mijnbouwsector. Tevens wordt bezien of er een minimum aan accijns en belastingen op het gebruik van brandstoffen moet gelden in de EU. Dit omdat lage tarieven worden beschouwd als een vorm van subsidiëring.

Ook de Europese Commissie heeft recent uitgesproken om het subsidiëren van fossiele brandstoffen zo spoedig mogelijk af te bouwen.

In het EU-maatregelen-pakket de ‘Clean Energy for All Europeans’ uit 2016″ staat:  “This package is stepping up EU’s action in removing inefficient fossil fuel subsidies in line with international commitments under G7 and G20 and in the Paris Agreement. The remaining but still significant public support for oil, coal and other carbon-intensive fuels continues to distort the energy market, creates economic inefficiency and inhibits investment in the clean energy transition and innovation.”

Ook kijkt de EU kritisch naar de investeringsfaciliteiten die worden geboden. Zowel de Europese Investeringsbank (EIB) als het EU-fonds voor Strategische Investeringen (EFSI) faciliteren investeringen in fossiele brandstoffen. In september 2015 heeft de EIB een nieuwe klimaatstrategie vastgesteld waarbij tevens investeringen in hernieuwbare energie aandacht krijgt van de bank. In het voorjaar van 2015 heeft ook de EFSI op dit punt haar beleid bijgesteld. Bij het ondersteunen en mobiliseren van (private) investeringen in energie wordt nu ook uitdrukkelijk de energietransitie betrokken. Daarbij wordt samengewerkt met de Europese Investeringsbank en het Europese Investeringsfonds.

Screen Shot 2017-04-06 at 16.52.03

In het rapport aan het Europese Parlement is becijferd dat in Nederland de subsidies op fossiele brandstoffen bijna 600 euro per persoon per jaar bedragen. Iets onder het Europese gemiddelde. Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) heeft berekend dat als deze subsidies tot 2020 gedeeltelijk worden afgebouwd er daarmee 12 procent van de Parijse doelstellingen kunnen worden behaald.

In het rapport aan het Europese Parliament worden zeven vormen van staatssubsidie genoemd:

  1. Handelsinstrumenten zoals handelstarieven
  2. Regulaties zoals prijshandhaving die resulteren in consumentenprijzen onder het marktniveau
  3. Belastingvoordelen voor zowel consumenten als producenten van fossiele brandstoffen
  4. Voordeel voor fossiele brandstof gebruikers
  5. Directe financiële overboekingen om of de prijs voor de eindgebruiker te reduceren of om lagere kosten voor de producenten te realiseren.
  6. Risico-overdrachten, zoals lening garanties
  7. Energie gerelateerde diensten die door de overheid worden verleend voor minder dan de werkelijke kosten

Lees hier het hele rapport