Big Business voor afvalstromen

Het bedrijf Excess Materials Exchange (EME) heeft een nieuwe stap gezet om de circulaire economie verder te brengen. Tien grote bedrijven hebben de stap gezet om mee te doen aan een proef om afvalstromen te vercommercialiseren. Zo wil Rijkswaterstaat van afval-beton en afval-asfalt weer bruikbare producten maken. Alleen? Nee samen in een digitaal platform. De ambities van EME zijn groot (Europees) en de intenties om de hele economie te transformeren.

Circulair staat hoog op de politieke agenda. Bij de Rijksoverheid kan je je aanmelden voor het nationale project om overtollige materialen her te gebruiken. Nederland wil in 2050 een circulaire economie zijn. Hiervoor is
het Rijksbrede Programma Circulaire Economie ontwikkeld. EME geeft daadwerkelijk invulling aan dit beleid dat ingebed is in de Europees ambitie om de Europese economie circulair te maken.

Bron

McKinsey onderzocht of een circulaire economie ook economische potentie heeft. Hierover verscheen het rapport “The circulair economy; For theorie to practice” (oktober 2016). Daaruit blijkt dat er enorme potenties bestaan als reststromen aan elkaar gekoppeld kunnen worden in plaats van vernietigd.

EME heeft als missie om dat proces te faciliteren:

EXCESS MATERIALS EXCHANGE
Our purpose is to eliminate the word waste from the dictionary. We do this with the Excess Materials Exchange (EME). EME is a digital, secured marketplace where companies can exchange excess materials and products. We actively facilitate frictionless transactions enabling highest value reuse opportunities for materials. This creates a transparent and reliable source of secondary- or excess materials, ranging from steel plates to textile fibers. We are one of the few marketplaces that facilitate transactions across sectors and industries. This is where the innovative power of the circular economy is maximized. We facilitate the exchange of these materials with technologies, knowledge and services. This means matching materials with the help of AI, safely exchanging sensitive data via blockchain and spurring innovation around material reuse with our knowledge partners like AMS. We are tapped into a global knowledge network of circular economy experts. This enables companies to become more resource resilient, decrease their environmental footprint and improve their bottom line by turning their trash into cash.

Een van de initiatiefnemers, Maayke Damen, droomt van een wereld waarin afval niet bestaat ze stelt ze op haar web-pagina: “De afgelopen jaren heeft ze hard gewerkt aan het realiseren van een circulaire economie. Nu is dat als co-founder van de ExcessMaterialsExchange.com (EME). Dit is een digitaal, beveiligd platform waar bedrijven hun overtollige materialen B2B uit kunnen wisselen. EME zorgt er voor dat bedrijven hun kosten voor het afvoeren van afval om kunnen zetten in een inkomstenstroom. Op dit moment bestaat er geen transparantie en betrouwbaarheid in de markt voor overtollige materialen. Dit zorgt voor verspilling, vervuiling en veel gemiste kansen voor het creëren van toegevoegde waarde in de circulaire economie. EME zorgt voor transparantie tussen ketens, sectoren en landen. Samen met onderzoeksinstituten helpt EME bedrijven inzicht te krijgen in hun eigen waardeketens. Zo worden overtollige materialen gekoppeld aan nieuwe, hoogwaardigere toepassingen, producten en innovaties. Naast een economisch voordeel heeft dit ook een positieve impact op het milieu.”

Tien bedrijven, waaronder Schiphol, ProRail, DSM, Rijkswaterstaat Heembouw en Sodexo zijn recent gestart met de proef waarin onderzoeken of  restmaterialen effectief onderling uit gewisseld kunnen worden. Excess Materials Exchange (EME) begeleidt hen hierbij. De proef beoogt toe te werken naar een online handelsplatform. Met behulp van blockchain en artificial intelligence moeten vraag en aanbod dan aan elkaar gekoppeld kunnen worden.

Een van de deelnemers, Rijkswaterstaat wil in 2030 circulair werken. Dat betekent: werken zonder nog afval te produceren. Beton bijvoorbeeld eindigt dan niet als afval, maar als nieuw beton op een snelweg. Als grootste opdrachtgever in de bouw worden door RW veel materialen gebruikt, vooral zand en grond. Deze materialen zijn ruim voorhanden en raken niet snel uitgeput. Wél hebben we er enorme hoeveelheden van nodig. De winning en het transport hiervan belasten het klimaat fors. Met efficiënt gebruik en hergebruik verlagen we die impact. Want hoe minder grondstofwinning en transport, hoe minder CO2-uitstoot. Zowel gebruik als hergebruik worden nu ingebracht in het digitale platform voor (rest)materialen. Rijkswaterstaat gebruikt al veel gerecycled materiaal. Zo wordt bouwafval toegepast voor funderingen en krijgen computers en kantoormeubilair een tweede leven. Maar 100 procent circulair is dat nu nog niet. Daar wil RW wel aar toe. Tijdens het bouwen duurzaam geproduceerde materialen gebruiken, zoals recyclebaar asfalt. Hergebruiken – indien mogelijk – van materialen van gesloopte bouwwerken. Ook verlengen de levensduur van materialen, bijvoorbeeld met een verjongingscrème voor asfalt. Nu wordt er dus een element aan dit beleid toegevoegd; het met andere bedrijven matchen van materiaalstromen.

Lees hier het rapport