50 procent CO2-reductie in 2050

Met uitzondering van de VS, Rusland en Saoudi Arabië zijn 173 landen van de VN het erover eens dat ook de internationale scheepvaart onderdeel dient te worden van de Parijs-doelstellingen. De Internationale Maritime Organization (IMO) van de VN besloot om concrete stappen te zetten om dit te gaan bereiken. De helft van de uitstoot van broeikasgassen mag er (ten opzichte van 2008) nog maar overblijven in 2050 en uiteindelijk moet dit naar nul. De eerste doelstelling is om zo spoedig mogelijk het piekniveau te bereiken, of te wel de weg naar beneden te vinden met de CO2-uitstoot. Het IMO heeft de te overwinnen moeilijkheden benoemd, ondersteunende maatregelen voorbereid en samenwerking afgesproken op het gebied van R&D.

De secretaris generaal van het IMO: “De sfeer van samenwerking van de deelnemende landen is dusdanig dat er een solide basis is om aan het werk te gaan.”

Eind oktober 2018 zal op een IMO-sessie een programma worden besproken dat nu door een werkgroep wordt voorbereid, waarin de concrete maatregelen worden uitgewerkt. Een onderdeel betreft het mandatory data collection system van het stookolie gebruik.
Een tweede onderdeel richt zich op de efficiency-vergroting bij de energie-opwekking.
Als derde stap zal het project van de Europese Unie: het wereld maritime technology network (GMN) het netwerk uitbouwen, met vergelijkbare centra in Afrika, Azië, the Caribbean, Latijns Amerika en de Pacific.

Levels of ambition:

  1. Carbon intensity of the ship to decline through implementation of further phases of the energy efficiency design index (EEDI) for new ships: to review with the aim to strengthen the energy efficiency design requirements for ships with the percentage improvement for each phase to be determined for each ship type, as appropriate;
  2. Carbon intensity of international shipping to decline: to reduce CO2 emissions per transport work, as an average across international shipping, by at least 40% by 2030, pursuing efforts towards 70% by 2050, compared to 2008; and
  3. GHG emissions from international shipping to peak and decline: to peak GHG emissions from international shipping as soon as possible and to reduce the total annual GHG emissions by at least 50% by 2050 compared to 2008 whilst pursuing efforts towards phasing them out as called for in the Vision as a point on a pathway of CO2 emissions reduction consistent with the Paris Agreement temperature goals.

De scheepvaartsector is wereldwijd goed voor bijna 2,5 procent van de alle CO2-uitstoot. Het Havenbedrijf Rotterdam werkt al geruime tijd aan het inpassen van de scheepvaartsector in de Parijse doelstellingen. Ook voor de binnenscheepvaart zou dat kunnen. Het Havenbedrijf Rotterdam heeft zelfs een stimuleringsfonds van vijf miljoen euro in het leven geroepen voor klimaatvriendelijke scheepvaart.

Directeur van het Havenbedrijf, Castelein: “Voor de binnenvaart willen we naar nul euro havengeld gaan als de schepen helemaal schoon varen.”

Het Havenbedrijf Rotterdam werkt nauw samen met het Wuppertal Instituut. Dit instituut onderzocht hoe de transportsector kan bijdragen aan CO2-reductie. ‘Dit onderzoek laat zien dát we de CO2-reductie kunnen bereiken maar ook hóe’, zegt Caroline Kroes, strategisch adviseur energietransitie van het Havenbedrijf Rotterdam.

Het Wuppertal Instituut heeft in kaart gebracht hoe goederentransport via Rotterdam kan bijdragen aan CO2-reductie. Als eerste blijkt dat de transportvolumes en goederenstromen gaan veranderen als gevolg van het uitvoeren van het Parijse klimaatakkoord. Zo zal het transport van kolen afnemen en komen andere producten waaronder biomassa en synthetische brandstoffen daarvoor in de plaats.

Ten tweede zal de manier van transport moeten veranderen. Dat kan door enerzijds de efficiency te vergroten en anderzijds de brandstof aan te passen. Denk hierbij aan zeeschepen die varen op synthetische brandstoffen zoals waterstof of methanol voor de lange afstanden. Of elektrische schepen naar het achterland. Dat vraagt ook om een ander ontwerp van schepen en ombouw van motoren. Tot er genoeg synthetische brandstoffen beschikbaar zijn, spelen LNG en biofuels een belangrijke rol als alternatieve brandstof volgens het rapport.

Caroline Croes: “We hebben voor het rapport ongelooflijk veel data verzameld, dat was een intensieve zoektocht maar wel een die er heel erg toe doet. Want het onderzoek laat niet alleen zien dát we de CO2-reductie kunnen bereiken maar ook hóe. Als we als bedrijven en politiek duidelijk kiezen en ons inzetten voor deze koers, ben ik ervan overtuigd dat we de reductie voor 2050 kunnen bereiken.”