2,5 miljoen woningen CO2-neutraal over dertig jaar

De laatste jaren zijn woningcorporaties hun woningbezit energetisch aan het verbeteren. Ze willen zo de woonlasten verlagen en bijdragen aan het terugdringen van de CO2-uitstoot. Ze lopen daarmee voorop op de overige woningsectoren en op de kantorensector. Corporaties beheren bijna  2,5 miljoen woningen, waarvan 95 procent met een huur onder de 710,- per maand. In het landelijk, met het Rijk, afgesloten Woonakkoord is vastgelegd dat ze de komende drie decennia deze 2,5 miljoen woningen CO2-neutraal gaan maken.

Landelijk worden corporaties ondersteund door hun branche-vereniging Aedes die een “Routekaart CO2-neutraal 2050”  beschikbaar heeft. De bedoeling is dat alle 350 corporaties in het voorjaar deze routekaarten gereed hebben.

Met de Routekaart CO2-neutraal 2050 kan iedere woningcorporatie haar eigen plan van aanpak maken om in 2050 een CO2-neutraal woningbezit te hebben. Op maat voor haar eigen corporatie en lokale partners. Daarnaast helpen de gegevens uit de ingevulde routekaarten de sector om samen in gesprek te gaan over de duurzaamheidsopgave.

De routekaarten zijn bedoeld om op strategisch niveau de duurzaamheidsopgave uit te zetten aan de hand van vier scenario’s. Dit is gebaseerd op het rapport van Aedes over de haalbaarheid van een CO2-neutrale energievoorziening. De woningcorporaties zijn in samenwerking met de koepelorganisatie en in afstemming met het ministerie en de huurdersorganisaties al ruim vijf jaar intensief bezig om de woningvoorraad te verduurzamen. Een grote groep van corporaties overlegt daarover, wisselt kennis en ervaringen uit en ontwikkelt uitvoerbare programma’s. Een daarvan betreft het concept “Nul-op-de meter” (programma ‘Stroomversnelling’). Dit heeft reeds geleid tot het aanpassen van wet- en regelgeving zodat de benodigde investeringen om tot die ingrepen te komen ook economisch verantwoord gedaan kunnen worden.

De corporaties maken periodiek prestatieafspraken met de gemeenten waarin ze werkzaam zijn en met de huurdersorganisaties aldaar. In die afspraken wordt ook vastgelegd hoe de verduurzaming van de woningen gestalte krijgt.

In een publiek toegankelijke benchmark kan gevolgd worden hoe de verduurzaming daadwerkelijk is gerealiseerd van jaar op jaar.

Dat het corporaties ernst is blijkt uit de vele ondersteunende maatregelen die beschikbaar zijn.
Naast het Aedes-benchmarkcentrum is er een helpdesk. Er zijn daarnaast aanvullende activiteiten zoals:

Minister Ollongren (met Wonen in haar portefeuille) vindt dat woningcorporaties versneld moeten investeren in nieuwbouw en het verduurzamen van hun woningen. In de Tweede Kamer zei ze recent dat woningcorporaties er niet voor zichzelf zijn en dat elke euro die binnenkomt weer terug gaat naar de huursector. Dat is wettelijk vastgelegd. Ze zegde toe in overleg te gaan met gemeenten en de woningcorporaties om ervoor te zorgen dat ze tempo maken met de investeringen. De minister zegt blij te zijn dat de woningcorporaties financieel weer gezonder zijn dan een aantal jaar geleden en nu weer de ruimte hebben om bijvoorbeeld te zorgen dat sociale huurwoningen in 2050 CO2-neutraal zijn, zoals de bedoeling is.

Dat het CO2-neutraal maken van de woningvoorraad meer is dat een routekaart blijkt uit de praktijk van de corporaties die hun woningvoorraad aan het verduurzamen zijn. Zo hebben de corporaties in de regio Drechtsteden hun krachten gebundeld bundelden met ruim dertig organisaties om gezamenlijk werk te maken van de energietransitie. Gemeentes, provincie, netbeheerder, warmteleverancier, onderwijs, bedrijfsleven, inwoners en vijf woningcorporaties hebben recent hun handtekening gezet onder de samenwerkingsovereenkomst. Het gaat om de corporaties Rhiant, Woonkracht10, Woonbron Dordrecht, Tablis en Trivire. Tinka van Rood, bestuurder van Trivire uit Dordrecht, legt uit waarom deze samenwerking noodzakelijk is:

Op de website van Aedes is de volgende informatie over dit initiatief beschreven:
‘De verduurzamingsopgave van de gebouwde omgeving is gigantisch groot, in aantallen woningen en in geld. Ontwikkelingen gaan razendsnel. Corporaties kunnen dat niet alleen aanpakken. Daarom hebben wij deze ondertekend. Het is vooral een erkenning dat de partijen elkaar nodig hebben om snelheid te maken en zaken slimmer aan te pakken’, zegt Van Rood.

Routekaart CO2-neutraal 2050
‘De vijf corporaties vullen nu individueel de Routekaart CO2-neutraal 2050 van Aedes in. Daarmee maken we allemaal ons eigen plan van aanpak om in 2050 een CO2-neutraal woningbezit te hebben. Daarnaast hebben we een externe projectleider aangesteld die ons helpt om de gegevens uit die afzonderlijke routekaarten op te tellen. Die optelsom geeft ons inzicht in het aantal woningen, de locaties, het tempo en de maatregelen van de verduurzamingsopgave in deze regio van zeven gemeenten. En in de kosten van die opgave. Dat helpt ons vervolgens weer bij het bundelen van onze krachten als corporaties om regionaal de markt te benaderen. Bijvoorbeeld bij het gezamenlijk inkopen van zonnepanelen’, zegt Van Rood.

‘Ook spiegelen we die optelsom van onze routekaarten aan de warmtevisie van de gemeentes in ons werkgebied. Zo krijgen we gezamenlijk een beeld van wat er nodig is. We gaan niet alleen met de gemeentes, maar ook met bijvoorbeeld de netbeheerder en de warmteleverancier in gesprek. Samen kijken we wie waar en waarmee aan zet is. Zo houdt de warmtevisie uitdrukkelijk rekening met de belangen van corporaties en huurders.’

Een van de belangrijkste doelen van de samenwerkingsovereenkomst is het aardgasvrij maken van alle gebouwen en woningen. ‘De overeenkomst is echter breder’, zegt Van Rood. Het gaat ook om het fors terugdringen van de energievraag door isolatie en bewustwording bij huurders en kopers. En om het duurzaam opwekken van de resterende energievraag.’

Gasvrij is niet het eindtraject
‘De overgang naar aardgasvrije woningen is niet het eindtraject. De warmte die het warmtenet op meerdere locaties gaat leveren, komt voorlopig uit een afvalenergiecentrale. Dat is een stap in de goede richting omdat de in het afval opgeslagen energie anders verloren gaat. Het warmtenet is daar echter niet van afhankelijk: de warmteleverancier onderzoekt nu al de mogelijkheden om het net aan te sluiten op aardwarmte.’

De partijen willen de aarde veilig stellen, maar over hoe dat het beste kan, lopen de meningen volgens Van Rood nog uiteen: ‘Wanneer je met dertig partijen een overeenkomst tekent, moet je ook compromissen sluiten. Bijvoorbeeld over de gehanteerde begrippen. De overeenkomst is gericht op een ‘Energieneutraal 2050’. Corporaties praten liever over ‘CO2-neutraal’. Die omschrijving maakt duidelijk dat corporaties de energievraag niet altijd op of in de woning kunnen opwekken. Er blijft altijd een restvraag over die externe energieleveranciers duurzaam moeten leveren.’

Daarnaast moet het woonakkoord van de Rijksoverheid er voor zorgen dat bouw, werkgelegenheid en de bevordering van energiebesparing wordt gestimuleerd.