Beheersing woonlasten staat voorop

In een recent onderzoek onder directies en kader bij woningcorporaties van CorporatieNL blijkt dat duurzaamheid een van de hot-items is. Ruim tachtig procent van de ondervraagden geeft aan dat de kennis op dat vlak voldoende aanwezig is. Ook betrekken ze, zo blijkt uit de enquête, voldoende externe instanties (onder meer gemeenten, bewoners en netbeheerders) intensief bij dit beleidsveld.

Het vraagstuk van de duurzaamheid strijdt in dat opzicht met twee andere kerntaken van de corporaties; het beheersen van de huren en het beschikbaar hebben van voldoende woningen. Bij 67 procent van de woningcorporaties staat de betaalbaarheid op nummer “1”, bij 19 procent de beschikbaarheid van voldoende woningen en bij 14 procent is op dit moment de duurzaamheid het belangrijkste issue. Uiteraard is er een verband tussen duurzaamheid en betaalbaarheid. Als het goed is levert een investering in het isoleren van woningen een verlaging van de woonlasten op doordat de stookkosten kunnen dalen. Daaraan rekenen veel corporaties op dit moment. Wat levert de beste bijdrage aan het beheersen van de woonlasten als er wordt geïnvesteerd in duurzaamheid. Isoleren is veelal de meest renderende investering die zich het snelst terug verdient. Het vervangen van de verwarmingsinstallatie kent soms een veel langere terugverdientijd, bijvoorbeeld bij de omschakeling van gas naar een warmtewisselaar. Toch kijken corporaties hier ook naar omdat ze naast het beheersen van de woonlasten ook oog hebben voor het leveren van een bijdrage aan de milieu/Parijs doelstellingen.

Sven Ringelberg (Consultant | Managing successful sustainability) schreef recent een overzichtsartikel waarin voor corporaties wordt opgesomd hoe ze om kunnen gaan met ijkpunten bij het bijdragen aan de klimaatdoelstellingen zoals maatschappelijk van ze wordt verwacht. Zijn betoog is dat er nogal wat ijkpunten de ronde doen en dat het zinvol is dat corporaties zich daarop goed bezinnen.

Sven Ringelberg: ”Als het gaat om de verduurzaming bij woningcorporaties lijkt de ene na de andere deadline kort op elkaar te volgen.”

Ringelberg noemt bijvoorbeeld de termen: energieneutraal, CO2-neutraal en energietransitie. Hij geeft aan dat professionals deze termen soms door elkaar heen gebruiken, met als gevolg dat niemand precies meer weet waar het om gaat.

Voor corporaties is het Nationale Energie Akkoord van belang. Daarin wordt gestreefd naar een volledig energie-neutrale gebouwde omgeving in 2050 (het Nationale Energieakkoord). De corporaties maakten in het kader van dit Energie Akkoord de volgende afspraken:

Deze afspraken volgde op de eerdere toezegging uit 2012 van corporaties om hun woningvoorraad gemiddeld naar label B te brengen (in het ‘Convenant Energiebesparing Huursector 2012’). Om dit streven nog kwantitatiever in te kleuren is een plan gepresenteerd om 5 petajoule te besparen. Dit plan is goedgekeurd en geaccepteerd door Minister Wiebes (EZK).

Aedes, de koepelorganisatie van woningcorporaties, presenteerde een Woonagenda voor de jaren 2017 – 2021. Hierin is een CO2-neutraal woningbezit in 2050 als einddoel vastgelegd met het eerder in het vooruitzicht gestelde energielabel B (gemiddeld voor het gehele woningbezit van de corporaties) voor het jaar 2021.