Bedrijven zoeken antwoord op emissienormen voor zakenreizen en woon-werkverkeer

De vanzelfsprekendheid van een auto van de zaak zal mogelijk in de komende jaren verminderen. De Europese emissienormen voor het woon-werk en de zakelijke mobiliteit nopen tot nieuwe maatregelen om in 2030 te komen tot reducties van 20 tot 30 procent. Hoe dat te doen is een onderwerp van proefnemingen en studie.

Onder de vlag van ‘Anders Reizen’ hebben 40 grote bedrijven met samen 290.000 werknemers, ervaring opgedaan met verschillende maatregelen om de CO2-uitstoot van hun mobiliteit te reduceren. Deze bedrijven hebben zich tot doel gesteld om de uitstoot van hun personenmobiliteit (inclusief luchtvaart) in 2030 met 50% te reduceren, ten opzichte van 2016. Dit is enorme opgave omdat verwacht wordt dat dit bereikt moet worden terwijl er tegelijkertijd een groeiende vraag is naar zakelijk verkeer. Het meer vergaderen per videoconferencing alleen gaat de oplossing niet bieden. Veel gebruikte gewoontes, waaronder die van ‘de auto van de zaak’, worden dan ook niet gemeden.
Zoveel is wel duidelijk, zonder steun van de overheid om de capaciteit van het OV en de infra voor fietsen te vergroten gaat het niet geheel lukken. Het zakelijk autoverkeer is verantwoordelijk voor bijna de helft van de uitstoot van alle personenauto’s.

Een grote besparing kan worden bereikt door het zakelijk vliegverkeer te vervangen door videoconferencing en het reizen per trein. Volgens het rapport kan dit laatste goed voor alle bestemmingen binnen een straal van 700 km.

In het recent verschenen rapport van de CE Delft, wordt een scala aan maatregelen gepresenteerd met alle voor- en nadelen. Ze zijn getoetst in de praktijk en er is een overzicht opgesteld van de best-practices en van de bijdrage die daarmee wordt geleverd aan de doelstellingen.

         Het rapport ‘CO2-effect van Anders Reizen’ van CE Delft: “Beoogd wordt zoveel mogelijk naar win-win-situaties te komen. Het invoeren van de meeste maatregelen kan, wanneer deze slim worden toegepast en gecombineerd, financieel gunstig uitpakken voor zowel werkgevers als werknemers. Het toepassen van de Anders Reizen-maatregelen heeft tevens gunstige effecten voor luchtkwaliteit, geluidsoverlast, congestie- reductie en de gezondheid van werknemers. Verschillende maatregelen reduceren naar verwachting ook de uitstoot van reizen voor niet-zakelijke motieven.”

De meest effectieve best practices-maatregelen zijn het aanbieden van ‘OV-vrij’ aan medewerkers zonder de verstrekking van een ‘auto van de zaak’, medewerkers de eerste maanden alleen een OV-kaart aanbieden en geen auto(vergoeding), het invoeren van een mobiliteitsbudget en een mobiliteitskaart voor medewerkers die nu een auto van de zaak hebben. De invoering van elektrische leaseauto’s blijkt eveneens effectief. Daarnaast resulteert het verhuizen naar een beter met het OV ontsloten locatie voor bedrijven die daar nog niet gehuisvest zijn, in een relevante reductie van CO2-uitstoot. Ook het beperken van de mogelijkheden van parkeren bij de bedrijfslocatie en verlagen van de reiskostenvergoedingen met de auto blijken effectieve maatregelen.

Een van de voorwaarden die in het rapport worden genoemd, om de campagne een succes te laten worden is door de bedrijven te ontzorgen. Daarom is het van belang dat er door derden ondersteuning aan bedrijven wordt aangeboden om op de specifieke situatie toegespitste maatregelen voor te bereiden. Niets doen is voor bedrijven geen optie meer omdat de druk op het bijdragen aan ‘Parijs’ de komende tijd sterk zal toenemen.

Overzicht ‘best practices’