Leden van de Europese Unie stelden gezamenlijk doelen voor de productie van duurzame energie en het terugdringen van CO2. Om er voor te zorgen dat Nederland weer gidsland wordt in het halen van deze doelen, zijn compromissen nodig. In 5 klimaattafels werden tegenstanders bij elkaar gezet, met als thema industrie, elektriciteit, mobiliteit, gebouwde omgeving en landbouw. Resultaat: veel nieuwe ideeën en een paar lastige twistpunten.

Industrie

Een van de belangrijkste problemen voor de industrietafel is het halen van de gestelde doelen zonder de concurrentiepositie van bedrijven aan te tasten. Om de gestelde doelen te halen zijn extra investeringen nodig, die alleen rendabel zijn met subsidie. Ook rees de vraag of de industrie moet gaan meebetalen aan de energietransitie, daar waar nu vooral huishoudens dat betalen. Tot 2030 zullen de doelen bereikt worden met het verhogen van de energietransitie en het ondergronds opslaan van CO2. Er moet meer groene waterstof worden geproduceerd, het gebruik van groene waterstof moeten worden aangemoedigd, de industrie moet meer stroom gaan gebruiken en de prijs voor het uitstoten van CO2 moet omhoog.

Het rapport van de Industrietafel stelt: ‘Het heeft voor het klimaat geen zin als de productie uit Nederland verdwijnt en vervangen wordt door import van minder schoon geproduceerde producten uit het buitenland’.

Elektriciteit

De vraag naar duurzame stroom zal flink stijgen door de overstap van kolen en gas door de industrie en door gebruik van warmtepompen door woningen. De ruimte wordt de grote beperking in het leveren van genoeg stroom. Molens, zonnepanelen, de verzwaring van netwerken en de opslag van gas en stroom vergen veel ruimte.

Een ander groot probleem is de Dunkelflaute, periodes in de winter waarin de zon niet te zien is en er nauwelijks wind is. Deze periodes moeten opgevangen worden door weersonafhankelijke productiecapaciteit en door de vraag naar stroom flexibeler te maken, bijvoorbeeld door slim op te laden.

Mobiliteit

De Mobiliteitstafel vond de mogelijkheid tot een reductie van 16 miljoen ton CO2, waarbij het grootste aandeel geleverd wordt door de vergroening van auto’s, vrachtwagens en bussen. 150 diesellocomotieven kunnen vervangen worden door elektrische, en voor zwaar verkeer en scheepvaart moeten bio-LNG en waterstof worden ontwikkeld en ingezet.

Gebouwde omgeving

Per saldo moet de energierekening in een huishouden gelijk blijven of zelfs licht dalen, zo stelt de tafel voor Gebouwde omgeving. Dit wordt behaald door aardgas duurder en stroom goedkoper te maken. Om investeringen voor huiseigenaren betaalbaar te maken, worden leningen niet verbonden aan de inwoner, maar aan het huis. Hierdoor zijn lage rentes mogelijk en kunnen de maandelijkse lasten lager uitvallen. Gemeentes stellen een plan op hoe elke wijk in 2050 bijna CO2 neutraal wordt. En door innovatie moeten verwarmingstechnieken in 2030 tot 50 procent goedkoper worden.

Landbouw

De uitstoot van methaan moet verminderen, de varkenshouderij zal een beetje krimpen en in de melkveehouderij wordt op bedrijfsniveau gekeken hoe de uitstoot kan verminderen. De glastuinbouw stapt deels af van aardgas op aardwarmte en in veengebieden zal de grondwaterstand worden verhoogd. Verder moet er meer CO2 worden vastgelegd in natuur- en landbouwgebieden.